
Motor rijbewijs
De motorpagina
|




De Europese Unie wil de regels voor rijbewijzen in alle lidstaten gelijktrekken.
Het idee daarachter is dat bestuurders in alle lidstaten straks hetzelfde weten en kunnen.
Dat er overal dezelfde eisen worden gesteld.
De afspraken hierover zijn vastgelegd in de derde Europese rijbewijsrichtlijn.

U moet dan zowel een theorie- als 2 praktijkexamens AVB en AVD afleggen.
Het praktijkexamen bestaat uit een onderdeel AVB eneen onderdeel AVD.
U heeft geen theorie nodig mits u dan minstens 2 jaar een rijbewijs hebt.
Geen theorie nodig, 1 combi-examen voor A doen.
Dan moet u minstens 24 jaar zijn, u moet dan een theorie- en praktijkexamen
Het praktijkexamen bestaat in dat geval uit een examen AVB en AVD.
Men krijgt dan het rijbewijs en mag 2 met max vermogen van 35 kw rijden.
Dan na 2 jaar kan deze worden omgezet bij het gemeentehuis naar vol vermogen.
De auto theorie geldt dan niet, dit is de regelgeving (wet) nog niet gewijzigd.
Daarin staat dat men onder de 24 jaar niet op een zware categorie motor mag rijden
Oplossing : als men de theorie nog niet gehaald heeft ) om de eerste lessen op een A2 motorfiets te doen, totdat
omdat daar het theorie van de auto rijbewijs voldoende is voor het AVB gedeelte.
Dus zal zeer waarschijnlijk het A2 rijbewijs binnen een paar jaar verdwijnen,
Dan is men automatisch in het bezit van een onbeperkt motorrijbewijs A,
-Een goedgekeurde motorhelm.
-Bij voorkeur oogbescherming zoals een helmvizier of bril.
-Hoge schoenen of laarzen die de enkels bedekken en beschermen.
-Handschoenen die de hand en pols volledig bedekken en beschermen.
Cluster 2: Langzame slalom. (verplicht tijdens examen)
De verplichte oefening in het tweede cluster is de langzame slalom.
Er geldt geen richtlijn voor de snelheid.
Gezien de geringe afstand tussen de pylonen ligt een stapvoets tempo voor de hand.
Het gebruik van een slippende koppeling is bij deze oefening verplicht.
Van belang is verder de combinatie van juiste bediening, langzaam rijden en het behouden van de balans
Dit alles doe je natuurlijk zonder de pylonen aan te raken!
Denkbeeldige acht.
Met deze oefening laat je zien dat je een complete (denkbeeldige) acht kunt rijden in een rechthoekig kader.
Je rijdt met trekkende motor en houdt daarbij een gelijkmatige snelheid aan.
Je mag naast je voetrem eventueel ook een slippende koppeling gebruiken.
Halve draai. (links- of rechtsom)
Als de examinator voor deze oefening kiest, dan rijd je met licht trekkende motor op een denkbeeldige rijbaan.
Na de tweede pylon maak je in één vloeiende beweging een halve draai naar links of rechts.
Je blijft bij de halve draai binnen de aangegeven pylonen.
Dit is een gemarkeerd vlak van vier bij zes meter.
Je rijdt dan terug naar het startpunt.
Het gebruik van de voetrem en een slippende koppeling is toegestaan.
Stapvoets rijden. (rechtdoor rijden )
Hier is het de bedoeling dat je naast de lopende examinator blijft rijden over een afstand van twintig meter.
Er wordt gelet op snelheid, balans en een juiste bediening van de motor.
Je maakt gebruik van een slippende koppeling.
Je voetrem mag je bij deze keuzeoefening ook gebruiken, maar je houdt je voeten tijdens het rijden op de voetsteunen.
Voor het aangegeven richtpunt kom je tot stilstand, je mag daarbij de voor rem gebruiken.
Wegrijden uit. (parkeervak
Bij deze oefening rijd je vanuit stilstand uit een parkeervak weg.
Je maakt een haakse bocht en rijdt enkele meters rechtuit.
De rijbaanbreedte is drie meter.
Het belangrijkste van deze oefening is dat je gecontroleerd een scherpe bocht weet te maken, direct na het wegrijd
De examinator geeft aan in welke richting je moet wegrijden.
Cluster 3: Uitwijkoefening (verplicht tijdens examen).
Bij de uitwijkoefening kom je met vijftig kilometer per uur aanrijden door de poort.
Vijftien meter na de poort moet je vóór een denkbeeldig muurtje van pylonen naar links uitwijken.
Daarna keer je weer terug naar de eigen weghelft.
Snelle slalom.
Bij de snelle slalom zijn zes pylonen opgesteld.
Deze slalom neem je bij een snelheid van minstens dertig kilometer per uur met trekkende motor.
Belangrijk is dat het vloeiend en gelijkmatig gebeurt en dat je vanuit de heupen stuurt.
Vertragings oefening.
Bij deze oefening trek je vanuit stilstand op om snel te komen tot een snelheid van vijftig kilometer per uur.
Je rijdt dan in tenminste de derde versnelling.
Na het tweede poortje rem je af tot 30 kilometer per uur en schakel je minimaal één versnelling terug.
Daarna rijd je met deze snelheid een slalom om drie pylonen die acht meter uit elkaar staan.







Om aan de lessen verkeersdeelneming te mogen beginnen heeft het CBR Motor kleding eisen gesteld:
Op het parkeerterrein.
-Je leest het kenteken van een stilstaande auto op ongeveer 25 meter afstand.
-Als voorbereiding op de rit stelt de examinator jou enkele vragen over de motor.
-Bijvoorbeeld over het controleren van de banden of de remmen, vloeistoffen, aandrijving, algemene controle punten .(BRAVOK)
BRAVOK;
Bravok B;Banden ,Brandstof. Bravok R;Remmen. Bravok A;Accu. Bravok V;Verlichting en Vering.
Bravok O;Olie. Bravok K;Ketting en Koeling.
Algemene staat motorfiets.
Motor kleding eisen
-Een goedgekeurde motorhelm.
-Bij voorkeur oogbescherming zoals een helmvizier of bril.
-Hoge schoenen of laarzen die de enkels bedekken en beschermen.
-Handschoenen die de hand en pols volledig bedekken en beschermen.
De Examenrit Hierna begint de rit van zon 35 minuten.
Naast de examinator zit je rijinstructeur, die geeft je onderweg de aanwijzingen en opdrachten via het ontvangertje
(portofoon )in je helm.
De examinator toetst of je veilig en zelfstandig kunt rijden, en of je voldoende rekening houdt met andere weggebruikers.
- Kijkgedrag.
- Je plaats op de weg.
- Of je de verkeersregels goed toepast.
- Of je ook in het verkeer de motor beheerst.
-Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt.
Bijzondere manoeuvres van A1 naar A2 motorexamen vanaf 19 jan. 2015
Dus heb je een A1 rijbewijs, en ga je over naar A2 gaat er dit veranderen!
In dit zogeheten getrapte model moeten ze voor A2 een praktijkexamen verkeersdeelneming doen met onder meer aandacht voor voertuigbeheersing in de vorm van twee bijzondere manoeuvres.
Dus een praktijkexamen verkeersdeelneming A1 naar A2 een motorexamen A2 zijn vier bijzondere manoeuvres mogelijk: omkeeropdracht (halve draai), parkeeropdracht (lopend achteruit parkeren), wegrijden uit (parkeer)vak en stapvoets rijden.
Per examen kiest de examinator twee van deze manoeuvres.
Voor het rechtstreekse rijbewijs A2 moet je theorie-examen, praktijkexamen voertuigbeheersing AVB en praktijkexamen verkeersdeelneming AVD doen.
In dat geval maken de nieuwe bijzondere manoeuvres geen deel uit van het praktijkexamen (nog niet) verkeersdeelneming. "Omwille van de uniformiteit willen het CBR en de rijschoolbrancheverenigingen BOVAG, FAM en VRB de bijzondere manoeuvres in de loop van 2015 ook invoeren in het praktijkexamen verkeersdeelneming voor het rechtstreekse rijbewijs A2″, aldus het CBR.

